“Het rapport is prachtige spiegeling van het onderwijs. Het gevaar van zo’n rapport is dat iedereen een stukje pakt en daarmee aan de slag gaat, terwijl de kracht juist zit in het geheel.”
In april 2023 gingen we met een aantal onderwijsprofessionals in gesprek over een deel van De Staat van het Onderwijs 2023. De groep met wie we spraken was een breed gezelschap bestaande uit leraren, schoolleiders en bestuurders uit verschillende onderwijssectoren, van basis- en speciaal onderwijs tot en met hoger onderwijs. We vroegen de deelnemers onder meer hoe ze aankijken tegen de bevindingen uit De Staat van het Onderwijs en of ze de bevindingen herkennen in hun eigen onderwijspraktijk. Het gesprek ging met name over de thema’s basisvaardigheden, gelijke kansen en begeleiding en professionalisering van beginnende leraren. Hierbij kwam ook het welzijn van leerlingen en leraren aan bod. Want als het niet goed met ze gaat, dan komen leerlingen niet goed tot leren en leraren niet goed tot lesgeven.
Per thema kwamen ook suggesties en verbeterkansen ter sprake. Een aantal van die suggesties en verbeterkansen lichten we hier uit. Ze liggen vooral op het vlak van het onderwijsbeleid en de onderwijspraktijk.
Basisvaardigheden
Als het gesprek gaat over basisvaardigheden, dan klinkt de roep om meer duidelijkheid.
Het belang van een goede beheersing van de basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap wordt onderkend, maar het is niet altijd helemaal duidelijk waar het over gaat als het over basisvaardigheden gaat. Welke doelen dienen te worden nagestreefd en wat moet er precies worden gemeten? Volgens gespreksdeelnemers ontbreekt er bovendien een doorgaande leerlijn. Het tekort aan leraren en de niet altijd als voldoende ervaringen toerusting van leraren hinderen volgens de groep bij goed onderwijs in basisvaardigheden. Er wordt daarnaast opgemerkt dat de focus op basisvaardigheden de bredere talentontwikkeling niet in de weg mag staan, want juist deze bredere talentontwikkeling creëert kansen voor verschillende groepen leerlingen.
Michiel Veldhuis, docent-onderzoeker rekenen-wiskunde: “Basisvaardigheden, voor mij is helemaal niet helder of iedereen het erover eens is wat dat zijn. Wat meten we precies? Wordt er hetzelfde gemeten op de basisschool en in het voortgezet onderwijs?”
Suggesties en verbeterkansen
Onderwijspraktijk
- Maak duidelijk waar je het met elkaar over hebt, als je praat over basisvaardigheden en referentieniveaus op school. Welke visie hebben we op taal, rekenen en burgerschap en welke concrete doelen stellen we? Zo wordt duidelijk waar je het over hebt.
Onderwijsbeleid
- Zet voor de basisvaardigheden onderwijsbreed en sectoroverstijgend een duidelijke leerlijn uit. Dat zorgt voor houvast.
Erik Borghuis, docent rekenen mbo: “Rekenen is een vak dat serieus genomen moet worden. Dat is nu niet altijd het geval. Door het ontbreken van een doorgaande leerlijn ben ik soms het spoor bijster.”
Gelijke kansen
Gelijke kansen is een breed begrip dat veel verschillende aspecten kent. Het wordt door gespreksdeelnemers dan ook verschillend benaderd. Het gesprek over gelijke kansen in relatie tot onderwijs gaat van het schooladvies in groep 8 tot de rijkheid of juist verschraling van het onderwijsaanbod wanneer dat wordt aangepast een het niveau van de leerlingen. Deelnemers zijn van mening dat kansengelijkheid een thema is dat alleen breed en interdisciplinair kan worden aangepakt. De focus moet hierbij niet alleen op het onderwijs liggen, een bredere maatschappelijke aanpak is nodig.
Michiel Veldhuis, docent-onderzoeker rekenen-wiskunde: “Kansengelijkheid zit ook in de rijkheid van het aanbod. Voor veel kinderen met een lagere sociaal-economische status en wellicht ook met taalachterstand, maken we het makkelijker. We halen alles weg wat onderwijs rijk maakt. Kinderen krijgen dan van huis uit al minder mee en op school dragen we aan die verschraling bij.”
Suggesties en verbeterkansen
Onderwijspraktijk
- Heb en houd hoge verwachtingen.
- Denk daarbij ook aan non-verbaal gedrag, omdat leerlingen dat feilloos oppikken.
Onderwijsbeleid
- Kijk naar de hele lokale keten, waarbij bijvoorbeeld ook voorschoolse educatie een rol speelt.
- Verruim mogelijkheden om vroege selectie tegen te gaan.
- Investeer ongelijk om kansen op gelijkheid te creëren.
Robbert Kapitein, adjunct-directeur en leerkracht basisschool: “Wat zijn gelijke kansen? En wat is daarbij de taak van het onderwijs? Is het de taak om iedereen even hoog te laten komen? Of is het de taak om het trappetje voor alle kinderen even hoog te maken, waarop ze mogelijk allemaal even hoog klimmen?”
Begeleiding en professionalisering (beginnende) leraren
Het belang van een goede begeleiding van beginnende leraren wordt herkend. Bijvoorbeeld door de jonge leerkrachten in de groep die zelf sinds enkele jaren voor de klas staan. Het is daarbij niet per se zo dat beginnende leraren op hun opleiding niet voldoende worden toegerust. Volgens gespreksdeelnemers is het vooral de overweldigende situatie waarin je terecht komt als je eenmaal voor de klas komt te staan, die het voor een beginnende leraar moeilijk maakt. Dat geldt in het mbo net zo goed als in het basisonderwijs. De start als leraar is volgens de gespreksdeelnemers een complex geheel en heel uitdagend, denk bijvoorbeeld aan klassenmanagement. Begeleiding en zorg voor de beginnende leraren is dan ook heel belangrijk, om te voorkomen dat leraren uitvallen. Het risico op uitval is groot. Er is ook gesproken over geïsoleerde professionaliteit. Leraren vinden dat ze veel zelf moeten kunnen, terwijl ze ook veel van elkaar zouden kunnen leren, in een buddysysteem bijvoorbeeld.
Robbert Kapitein, adjunct-directeur en leerkracht basisonderwijs: “Beginnende leerkrachten worden vaak op moeilijke groepen gezet. Dat is een haast onmogelijke opgave, omdat bepaalde vaardigheden bij sommige beginnende leraren nog niet voldoende ontwikkeld zijn, zoals communicatie met ouders. Hier ligt een taak voor schoolleiders en besturen: geef goede begeleiding.”
Suggesties en verbeterkansen
Onderwijspraktijk
- Vraag jezelf als bestuur en school af wat je als school kunt en wilt realiseren in de inductieperiode van 3 jaar voor beginnende leraren.
- Differentieer in het professionaliseringsaanbod, want er is een enorme verscheidenheid aan beginnende leraren: van jonge mensen die net van de lerarenopleiding afkomen tot en met zij-instromers.
- Realiseer je daarbij hoe moeilijk het is om te moeten starten met een versnipperd rooster, tijdelijke contracten en/of moeilijke klassen.
- Organiseer intervisie en de mogelijkheid om bij elkaar te kijken. Leraren kunnen veel van elkaar leren.
Onderwijsbeleid
- Creëer een meester-gezelsysteem, zodat beginnende leraren in het vak kunnen groeien. En bied daarbij een goed salaris.
- Verklein het aantal lesuren in een voltijd-aanstelling in onder meer het voortgezet onderwijs. Er ontstaat dan meer tijd & ruimte voor voorbereiding van effectieve lessen.
- Organiseer de zij-instroom anders. Het systeem heeft nu weeffouten, bijvoorbeeld omdat de aanstelling op school in augustus start, maar de opleiding pas in februari begint.
Astrid Berendsen, voorzitter College van Bestuur van De Onderwijsspecialisten: “Je bent in het onderwijs vanuit historie heel goed als je alles zelf kunt. In het gespecialiseerd onderwijs zeggen we eerder 'Doe het samen!’ De complexiteit vraagt meervoudig kijken en doen. Daardoor is de leercultuur anders.”
Verder onderzoek
De groep deed ook suggesties voor thema’s uit De Staat van het Onderwijs die verder onderzocht zouden moeten worden. Hierbij ging het over de volgende thema’s:
- Ervaren druk en stress: Hoe komt het dat meisjes meer schoolstress ervaren dan jongens? En wat kun je daaraan doen?
- Doubleren: Hoe komt het dat relatief veel leerlingen blijven zitten in het voortgezet onderwijs?
- Differentiatie: Bieden we in het onderwijs voldoende passend aanbod voor iedere leerling?
- Leergroei: Kunnen we leergroei meten in plaats van behaalde eindniveaus?
- Sociale veiligheid: Is sociale veiligheid te meten?
- Basisvaardigheden: Wat is het effect van een focus op basisvaardigheden op de brede ontwikkeling?
Reflectievragen
Hoe kijkt u naar de bevindingen in De Staat van het Onderwijs 2023? Herkent u ze? En wat zou u ermee kunnen doen?
Onderstaande reflectievragen kunnen helpen bij het koppelen van de bevindingen aan uw eigen onderwijssituatie en het gesprek daarover binnen uw school, instelling of bestuur.
Algemeen
- Herken ik de bevindingen in mijn eigen onderwijssituatie?
- Als ik onze eigen situatie vergelijk met de landelijke ontwikkeling, hoe verhouden we ons daar dan toe? Is dat positief of negatief?
- Waar liggen onze voornaamste verbeterkansen? Kunnen we daarbij gebruik maken van de suggesties in dit artikel?
Basisvaardigheden
- Hebben we een duidelijke visie op en gemeenschappelijk beeld van basisvaardigheden?
- Hebben we concrete doelen op het gebied van taal, rekenen en burgerschap?
- Zijn we voldoende in staat om effectieve en gedifferentieerde lessen te geven in taal, rekenen en burgerschap?
Gelijke kansen
- Bevorderen we gelijke kansen? En zo ja, hoe doen wij dat?
- Zou dat beter kunnen? Kunnen we daarbij gebruik maken van de denkrichtingen en suggesties in dit artikel?
- Zijn we ons bewust van het effect van ons gedrag (ook non-verbaal) op leerlingen en studenten?
Begeleiding & professionalisering leraren
- Is er bij ons in de begeleiding van beginnende leraren aandacht voor thema’s als oudercontact of zit deze begeleiding ook vooral op pedagogisch-didactische kwaliteiten?
- Hebben we goed voor ogen hoe we beginnende leraren in de eerste 3 jaar verder willen brengen? En wat is onze aanpak hiervoor?
- Zouden intervisie of een buddysysteem bij ons kunnen bijdragen aan de begeleiding?