Hannah Bijlsma, onderzoeker bij de Inspectie van het Onderwijs en leraar op basisschool De Cirkel in Assen, stond aan de wieg van de Monitor leskwaliteit: een breed, uniek onderzoek naar kenmerken van effectieve lessen.

Hannah Bijlsma

“Ik ben altijd op zoek naar hoe ik het onderwijs kan verbeteren," zo kenmerkt Hannah Bijlsma haar passie. Dat doet ze bij de Inspectie van het Onderwijs, waar ze onderzoek doet naar onderwijsprofessionals, leskwaliteit en schoolkwaliteit. Maar ook op basisschool De Cirkel in Assen, waar ze 1 dag per week lesgeeft aan groep 4. Hannah studeerde cum laude af in Onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, gevolgd door een promotietraject aan de Universiteit Twente. Ze deed onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs, vanuit de perceptie van leerlingen. In Twente werd de kiem geplant voor de Monitor leskwaliteit.

Monitor leskwaliteit

Hoe weten we of leerlingen en studenten daadwerkelijk oppikken wat we ze willen leren? Of ze de stof echt snappen en een plaats kunnen geven? Hannah: “Vanuit de literatuur hebben we 5 kenmerken van effectieve lessen gedestilleerd: lesklimaat, klassenmanagement, instructie, afstemming en zelfregulerend leren [zie kader aan het eind van dit artikel]. We hebben deze uitgewerkt en bedacht welk lerarengedrag we hierbij kunnen waarnemen. Via observaties in de klas hebben we bekeken in hoeverre het gedrag terugkomt tijdens de lessen. Niet alleen onderwijsinspecteurs beoordeelden de les, maar ook leraren en leerlingen, allemaal via één digitale tool. Zo konden we alle perspectieven met elkaar vergelijken. Echt een uniek onderzoek! We hebben het funderend onderwijs bestudeerd, maar de Monitor leskwaliteit is in alle sectoren inzetbaar, eventueel aangepast op de context en verschillende leerlingen of studenten.”

Deze infographic toont een inspecteur die met een checklist in de hand de leskwaliteit beoordeeld. Er worden een aantal conclusies besproken: Lesklimaat is meestal veilig en goed om in te leren. Klassenmanagement: er gaat vaak maar weinig tijd verloren. Instructie: lesdoel en nut niet altijd duidelijk gemaakt. Afstemming: vaak op de achterblijvers, maar minder op de hoogvliegers. Zelfregulerend leren: wordt nauwelijks gestimuleerd.
De 5 kenmerken van een effectieve les

“Een vaak onderschat kenmerk is het zelfregulerend leren. Je kunt leerlingen bijvoorbeeld prima laten nadenken over hun eigen leerproces."

Kenmerken van goed onderwijs

“Een eerste kenmerk van goed onderwijs is lesklimaat: zorgt de leraar dat leerlingen zich veilig en gezien voelen? Worden ze gestimuleerd te leren? Ook goed klassenmanagement is belangrijk: kent iedereen de regels en worden ze consequent gehandhaafd? Er is daarnaast veel te winnen met een goede instructie. Maak als leraar vooraf duidelijk wat leerlingen gaan leren en waaróm. Dat is nog best lastig. Ik leer mijn leerlingen in groep 4 nu tafels. Welke tactiek pas ik toe? Hoe maak ik de leerlingen duidelijk wat het nut is? Daar zou op scholen en lerarenopleidingen meer aandacht voor kunnen zijn.”

“Een vaak onderschat kenmerk is het zelfregulerend leren”, vervolgt Hannah. “Je kunt leerlingen prima laten nadenken over hun eigen leerproces, zelfs kleuters. Vraag ze bijvoorbeeld aan het eind van de les: wat vond je moeilijk? Hoe zouden we dit anders kunnen aanpakken? Laat ze maar vertellen en help ze hun gedachten te schetsen. Of gebruik een hulpmiddel. Ik heb bijvoorbeeld bij sommige lessen 3 bakjes staan als ze een opdracht inleveren. Ze kunnen kiezen tussen de bakjes: ‘dit kon ik gemakkelijk alleen’, ‘hier heb ik nog hulp bij nodig’ en ‘dit vond ik moeilijk’. Zo kun je het leren van je leerlingen monitoren en de leerlingen zelf laten inzien: als ik het zo en zo aanpak, gaat het beter.”

"Pas de principes niet toe als afvinklijstje."

Gedifferentieerd lesgeven

Geen 2 leerlingen zijn hetzelfde. Als leraar moet je om kunnen gaan met verschillen in niveau, taalvaardigheid en persoonlijkheid. “Het is goed om na te denken over de verschillen tussen leerlingen”, zegt Hannah. “Maar ‘gedifferentieerd lesgeven’ doe je niet alleen in tijdens de les. Al in de periodevoorbereiding en de lesvoorbereiding probeer je de lessen af te stemmen op de verschillende leerlingen. Probeer in te schatten wat ze kunnen, monitor ze tijdens de les en daag ze op de juiste manier uit. Houd vooral de wat zwakkere leerlingen in het oog, en bedenk manieren waarop ze hun achterstand kunnen inlopen. In ons land ontbreekt het aan zicht op differentiatievaardigheden. Het lijkt complex, maar er zijn allerlei instrumenten voor. Hier ligt een kans voor alle leraren.”

Jongen laat het wasbordje met een rekensom zien

Wisbordjes en beurtstokjes

Hannah maakt dit in haar lessen zo praktisch mogelijk. “De wisbordjes liggen standaard op tafel. Die gebruik ik onder meer om voorkennis te activeren, bijvoorbeeld via de opdracht: schrijf alles op wat je weet over de Romeinen. Ik heb ook een bakje met beurtstokjes, eigenlijk gewoon ijslolly-stokjes met namen erop. Als ik een vraag voor de klas heb, trek ik een willekeurig stokje eruit. Zo blijven alle leerlingen op het puntje van hun stoel. En er zijn nog veel andere technieken die de lessen effectief maken. Denk hierbij aan korte samenwerkingsopdrachten bij de begeleide inoefening [het klassikaal oefenen van de lesstof met leerlingen via opdrachten], vragen die aanzetten tot dieper leren of die juist helpen om het leerproces te monitoren.”

“Ik geloof erg in de bevindingen van de Monitor leskwaliteit. Ik hoop dat zoveel mogelijk leraren volgens deze principes gaan lesgeven. Maar let op, pas de principes niet toe als afvinklijstje. Denk bij alles: draagt het bij aan het lesdoel, monitor ik voldoende, daag ik alle leerlingen uit? Enzovoorts. Weet je, het maakt ons werk zoveel leuker en uitdagender. Ik zie dat leerlingen geactiveerd worden, meer gemotiveerd. Ik geniet er als leraar echt van, want ik zie dat het werkt.”

Lees meer over de Monitor leskwaliteit op onderwijsinspectie.nl

5 kenmerken van een effectieve les

  1. Lesklimaat: het klimaat van de les dat bepaalt in welke mate leerlingen zich veilig voelen en gestimuleerd worden om te leren. Een goed lesklimaat in de klas bestaat uit twee elementen: leerlingen voelen zich er veilig en worden gestimuleerd te leren. Deze twee elementen zijn voor leerlingen essentieel om tot leren te komen en alle aandacht te kunnen hebben voor de instructie en de leertaken.
  2. Klassenmanagement: de organisatie van de les die bepaalt of de lestijd efficiënt wordt benut, of regels en procedu¬res duidelijk zijn en of deze bijdragen aan de actieve betrokkenheid van leerlingen. De leraar zorgt voor een ordelijk verloop van de les door bijvoorbeeld duidelijke regels en procedures naar leerlingen te communiceren, relevante consequenties te hanteren en te zorgen voor een duidelijke opbouw/structuur van de les. Dit is een belangrijke voorwaarde om het leerproces van leerlingen in goede banen te leiden.
  3. Instructie: de aansturing van het leerproces van leerlingen door de leraar aan de hand van een introductie, uitleg, begeleiding, oefeningen en feedback. De leraar vertelt aan het begin van de les wat de leerlingen gaan leren en waarom ze dat leren (het nut van de les). De leraar komt hier aan het eind van de les op terug. Tijdens de les stelt hij vragen die leerlingen aan het denken zetten. Effectieve instructie zorgt ervoor dat leerlingen meer en diepgaander leren.
  4. Afstemming: de wijze waarop de les ertoe bijdraagt dat alle leerlingen, ondanks hun verschillen, profiteren van de les. De afstemming is beter als de leraar de verschillen kent en hier rekening mee houdt. Bij een goede afstem¬ming tijdens de les controleert de leraar of alle leerlingen de lesstof begrepen hebben. Op basis hiervan kan de leraar de les aanpassen op wat leerlingen nodig hebben. 
  5. Zelfregulerend leren: het tijdens de les aanleren van algemene leer- en studievaardigheden waarmee leerlingen zelf kunnen inschatten waar ze goed in zijn en waar ze in kunnen verbeteren. Zelfregulerend leren omvat het bewustzijn over hoe je zelf denkt, het kunnen inschatten van je eigen sterktes en zwaktes en weten welke strategieën je kunt gebruiken om taken op te lossen.