“Als school moet je keuzes durven maken”, vertelt Gert Katerberg, directeur van Kindcentrum Het Avontuur in Meppel. “Je hebt de landelijke doelen, zoals het CurriculumKompas, maar hoe je daar komt, bepaal je zelf”, vervolgt hij. “Dat vraagt lef en een duidelijke visie op wat jouw leerlingen nodig hebben.” Het is een uitdaging voor alle scholen: hoe vertaal je de landelijke kerndoelen en referentieniveaus naar een onderwijsaanbod dat past bij je leerlingen? In het hoofdstuk Basisvaardigheden van het rapport De Staat van het Onderwijs 2025 lees je over de stand van zaken rondom de referentieniveaus en het curriculumbewustzijn. Hieronder vertellen twee scholen hoe zij dit vormgeven, ieder op hun eigen manier.
Structuur als basis
“Wij kunnen het ons niet veroorloven om geen goed curriculum te hebben”, vertelt Jacqueline Peels, intern begeleider en lid van het leerteam taal/lezen op basisschool De Springplank in Leiden. De school staat in een zogenoemde onderwijskansenwijk en heeft een diverse leerlingenpopulatie met maar liefst 33 verschillende nationaliteiten. “We hebben leerlingen uit financieel minder draagkrachtige gezinnen en leerlingen met een migratieachtergrond”, vertelt Jacqueline. Om alle ouders te betrekken, werkt de school samen met een brugfunctionaris die de verbinding maakt tussen thuis en school. Soms schakelen we een tolk in. “Dat vraagt om extra ondersteuning, maar we stellen onze doelen niet naar beneden bij. We intensiveren ons onderwijs juist om alsnog deze doelen te bereiken.”

De Springplank kiest bewust voor een gestructureerde aanpak met actuele lesmethodes, die aansluiten bij de landelijke kerndoelen. “We controleren zorgvuldig of we alle doelen behalen”, zegt Harmanneke Ensing, directeur van deze school. “Waar nodig versterken we ons aanbod met extra programma’s. Ook werken we met een expliciete directe instructie en zorgvuldig gekozen leerstrategieën. We zijn daarin wat sturender dan andere scholen, omdat we zien wat goed werkt voor onze leerlingen.”
“We stellen onze doelen niet naar beneden bij - we intensiveren juist ons onderwijs om dezelfde doelen te bereiken.”

Thematisch werken als kapstok
Bij Kindcentrum Het Avontuur in Meppel kozen ze een andere route. “We merkten dat onze populatie veranderde”, vertelt Marit Mos, leerkracht in de bovenbouw en leescoördinator. “Steeds meer leerlingen kwamen op onze school die thuis geen Nederlands spreken. Dat vroeg om een andere aanpak.” De school koos voor een andere richting en maakt nu gebruik van het thematisch onderwijs van Jeelo. “Het is geen strakke methode, maar een flexibel raamwerk met thema's en projecten waaruit we zelf keuzes maken. Zo werken we bijvoorbeeld met thema's als 'Veilig helpen', waarbij we verkeersveiligheid koppelen aan burgerschapsvorming. Of 'Zorgen voor dieren', waar biologie en duurzaamheid samenkomen.”
Die thematische aanpak, waarbij kennis en taal met elkaar verweven zijn, leidt merkbaar tot betere resultaten. “Door zes tot acht weken intensief aan een thema te werken, bouwen leerlingen een stevige taal- en kennisbasis op”, legt Gert uit. “Ze leren niet langer alleen woorden, maar begrijpen ook de concepten erachter. We selecteren bewust teksten en boeken die passen bij het thema. Zo versterken we zowel hun kennis als hun taalvaardigheid.”

Monitoren en bijsturen
Beide scholen houden nauwlettend in de gaten of hun aanpak werkt. Tijdens studiedagen en groepsbesprekingen evalueren de leerkrachten van De Springplank regelmatig tussentijdse voortgang. “We kijken naar de toetsresultaten en bespreken wat werkt en wat niet”, licht Jacqueline toe. “Als een hele groep moeite heeft met specifieke leerstof, kijken we vooral kritisch naar onze eigen aanpak en niet zozeer naar het gedrag van de leerlingen.”
Net als De Springplank gebruikt Het Avontuur een leerlingvolgsysteem. “We kijken niet alleen naar de scores, maar ook naar de betrokkenheid van de kinderen en wat er in de dagelijkse praktijk gebeurt”, benadrukt Marit. “Als een thema goed werkt, zie je dat direct terug in de motivatie en het leerplezier.”
“Als een hele groep moeite heeft met bepaalde lesstof, kijken we vooral kritisch naar onze eigen aanpak en niet zozeer naar het gedrag van de leerlingen.”

Team als motor
Beide scholen benadrukken het belang van een sterk team. De Springplank werkt met vier leerteams: rekenen, taal, talent en burgerschap. “In deze teams ontwikkelen we onze visie en vertalen we die naar de praktijk”, vertelt Minke Walraven, intern begeleider en coördinator van het leerteam burgerschap. Daarnaast is zij nog leerkracht van groep 6. “Het leerteam taal buigt zich momenteel over de visie op begrijpend lezen en de koppeling met wereldkennis. Dit vraagt mogelijk ook om nieuwe manieren van werken en andere methodes.”
Het Avontuur investeert in de expertise van leerkrachten en gezamenlijke scholing. “We hebben wekelijkse korte bordsessies waarin we onze doelen en voortgang bespreken en veel overleggen”, vertelt Marit. “We kijken bij elkaar in de klas en hebben teamsessies om deze aanpak te borgen.” Die samenwerking is cruciaal bij het vormgeven van het curriculum. “Als team moet je immers samen de vertaalslag maken van de landelijke doelen naar de dagelijkse praktijk.”
“In vier leerteams ontwikkelen we onze visie en bepalen we hoe we die vertalen naar de praktijk.”

Maatwerk met visie
Wat de scholen gemeen hebben, is hun doordachte visie op de behoeften van hun leerlingen. “We zetten stevig in op de basisvaardigheden, waarschijnlijk meer dan de gemiddelde school”, zegt Jacqueline. “We analyseren kritisch hoe we onze lessen zo effectief mogelijk kunnen maken.”
Bij Het Avontuur staat de koppeling tussen taal en kennis centraal. “Door thematisch te werken, geven we kinderen een brede basis over een onderwerp”, zegt Gert. “Die kennis ondersteunt hen bij het begrijpen van teksten. We zien dat deze aanpak vooral waardevol is voor kinderen die van huis uit minder taalbagage meekrijgen.”
Resultaten als bewijs
Op beide scholen werpt de aanpak zijn vruchten af. “We zijn trots op de groei in onze uitstroomresultaten”, zegt Harmanneke van De Springplank. “Leerlingen beoordelen onze school positief, en we hebben goed contact met ouders. We laten zien dat je met de juiste aanpak en hoge verwachtingen elk kind kunt laten groeien.”
Ook op Het Avontuur zijn de resultaten positief en zichtbaar. “We merken dat kinderen meer betrokken zijn en sneller leren”, zegt Marit. “Door de thematische aanpak blijft de kennis beter hangen. Daarnaast zijn onze leerlingen gemotiveerder en hebben ze meer plezier in het leren.”

“We laten zien dat je met de juiste aanpak en hoge verwachtingen elk kind kunt laten groeien.”
Het belangrijkste advies voor andere scholen? “Kijk goed naar wat jouw leerlingen nodig hebben”, adviseert Jacqueline. “Wees kritisch op de methodes die je gebruikt en reflecteer op je eigen handelen.” Gert vult aan: “Durf keuzes te maken, met de landelijke doelen als basis, maar altijd passend bij jouw school en leerlingen. Uiteindelijk draait het om het bieden van de beste ontwikkelkansen voor leerlingen.”