Bij de Inspectie van het Onderwijs komen de laatste jaren steeds meer meldingen binnen van (sociaal) onveilige situaties. Het gaat dan bijvoorbeeld om pestgedrag onder leerlingen, maar ook verbaal agressieve ouders. Scholen vinden het vaak lastig om dit bespreekbaar te maken. Op het Rodenborch-College in Rosmalen bedachten ze een oplossing: online modules als gespreksstarter. Rector Marjo van IJzendoorn en teamleider René van Gerven delen hun ervaringen.
Eind 2023 kreeg het Rodenborch-College in korte tijd te maken met twee incidenten. Het eerste incident betrof een telefoongesprek tussen Marjo en een ouder over de viering van Paarse Vrijdag. “De ouder vroeg me op scherpe toon vroeg me of ik het soms normaal vond dat meisjes hun borsten lieten afsnijden. Deze ouder liet heel duidelijk weten er geen enkel begrip voor te hebben dat we als school zo’n dag organiseerden. Ik ben als rector nog nooit zo uitgekafferd. Het was voor het eerst in mijn leven dat ik een gesprek met een ouder afgebroken heb. Ik stond te trillen op mijn benen.”
Rond die tijd werd een leerling op school betrapt met vuurwerk in zijn bezit. Toen Marjo de betreffende ouders vroeg samen met het kind langs te komen, reageerden ze opnieuw met onbegrip. En weer kreeg ze als reactie de volle laag. “De school stond toch nog? En er was toch niemand gewond? Deze ouders snapten totaal niet waar we zo’n ophef over maakten.”

“We willen een gemeenschap zijn met een veilig klimaat, waar leerlingen en ouders zich gezien en gewaardeerd voelen. En waar we elkaar goede feedback geven.”

Voor Marjo was duidelijk dat het zo niet langer kan en dat er iets moest gebeuren. Het Rodenborch-College hanteert ‘Wij’ als pedagogische kernwaarde, met afgeleide waarden als Reflectie, Uniciteit, Openheid en Vertrouwen. “We willen een gemeenschap zijn met een veilig klimaat, waar leerlingen en ouders zich gezien en gewaardeerd voelen. En waar we elkaar goede feedback geven.” De incidenten toonden voor Marjo aan dat er nog veel te winnen was. “Maar in het onderwijs zijn we er nu eenmaal niet zo goed in om gevoelige onderwerpen te benoemen.”
Gesprek aangaan
Marjo besloot de kerstviering van dat jaar aan te grijpen om ouders in haar worsteling mee te nemen. “Ik heb heel open verteld wat we als school zoal meemaken en welke dilemma’s dat met zich meebrengt. Ouders reageerden geschokt. We kwamen tot het inzicht dat we hen meer bij onze dilemma’s kunnen betrekken. Je kunt wel wat kernwaarden op papier zetten, maar ze zijn pas waardevol als ze in de praktijk worden ervaren. Dat gebeurt pas als je erover in gesprek gaat.”
De school startte dit gesprek in eerste instantie binnen een bestaande klankbordgroep met ouders. Teamleider René van Gerven van het Rodenborch-College was hier nauw bij betrokken. “We legden de ouders verschillende praktijksituaties voor. Niet alleen de incidenten van december, maar ook de manier waarop leerlingen met elkaar omgaan, bijvoorbeeld in hun taalgebruik.”
In de gesprekken met ouders bleek dat het om situaties gaat waar eigenlijk alle betrokkenen last van hebben. Niemand weet precies hoe ze hiermee moeten omgaan. Volgens Marjo ligt de uitdaging in het aannemen van het perspectief van de ander. “Want of het nu om ouders, docenten of teamleiders gaat, uiteindelijk wil iedereen hetzelfde: vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid het kind verder helpen.”

Modules per thema
René raakte begin 2024 over deze uitdaging in gesprek met een ouder die eigenaar is van een communicatiebureau. Samen kwamen we op een idee. Met input van schoolpersoneel, een aantal leerlingen en een burgerschap-deskundige besloten ze een e-learning te ontwikkelen. Daarmee kan de school ouders, docenten en leerlingen confronteren met relevante vragen en dilemma’s. “We vragen bijvoorbeeld naar omgangsvormen en social media gebruik. En we werken ook met video’s. Daarin vertellen avatars de verhalen die leerlingen van de school echt hebben meegemaakt.”
“De modules bevorderen bewustwording, maar dienen vooral als startpunt voor verdere gesprekken.”
Deze leerlingen vertellen bijvoorbeeld dat ze gepest worden of gevlucht zijn uit een ander land. Aan ouders worden daarover vragen gesteld als ‘Wat vind je van dit verhaal?’ en ‘Zou dit kind een vriend van jouw kind kunnen zijn?’ In de modules voor leerlingen zijn de vragen net iets anders geformuleerd. Zij krijgen bijvoorbeeld voorgelegd: ‘Wat doe je als een klasgenoot gepest wordt? Ga je naar hem toe om hem te troosten, of vertel je het aan iedereen?’
“De modules bevorderen bewustwording, maar dienen vooral als startpunt voor verdere gesprekken”, legt Marjo uit. “De antwoorden zijn niet herleidbaar naar individuen, maar laten wel goed zien waar we nog iets te doen hebben.”
Uitkomsten gedeeld in mentorlessen
De inzichten uit de modules komen onder meer terug in de mentorlessen. René: “Het gaat dan bijvoorbeeld over online pesten. We maken kinderen bewust van de rol die zij hierin spelen, ook als ze alleen maar een bepaald account volgen.” Tijdens ouderavonden delen we de inzichten uit de modules met ouders. Marjo: “Die inzichten kunnen ook bijdragen aan een beter besef van hun eigen invloed op het gedrag. Door het gesprek erover te faciliteren, benutten we de ruimte die we hebben optimaal.”
Zowel de ouders als de leerlingen zijn positief over het initiatief. De modules worden actief gebruikt. Ook de docenten zijn overwegend enthousiast, al vinden zij de stellingen soms wat naar open deuren neigen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het belang van diversiteit. Marjo: “‘Daar is iedereen het toch over eens’, denken ze dan. Maar als ze dan de antwoorden van ouders zien, zijn ze soms verrast. In de lerarenkamer heb ik daardoor al mooie gesprekken horen ontstaan.”

Geen straf maar uitgebreid gesprek
In 2024 zijn uiteindelijk vier modules gelanceerd: een algemene module voor nieuwe ouders en vervolgens modules over de kernwaarden van de school, diversiteit en mediawijsheid. Volgens Marjo zijn de effecten nu al merkbaar. “In een van de modules zit het praktijkvoorbeeld dat ouders metéén de school bellen als hun kind met een vervelend verhaal thuiskomt. In plaats van eerst hun kind te vragen wat er precies is gebeurd. Steeds vaker stellen ouders eerst vragen voordat ze contact opnemen met de school.”
Een belangrijke succesfactor is volgens Marjo dat de modules gebaseerd zijn op de praktijk. “Hoewel de verhalen geanonimiseerd zijn, blijven het herkenbare situaties.” René denkt dan ook niet dat de modules van het Rodenborch-College één op één te kopiëren zijn. “Ik zou zeker adviseren ze school-eigen te maken. Ook omdat wij ze op het Rodenborch direct gekoppeld hebben aan onze kernwaarden.”
“We hadden ze kunnen straffen en het daarbij laten, maar besloten uitgebreid in gesprek te gaan. Zowel met de leerlingen, als met hun ouders. Om samen te kijken: wat is hier nou precies gebeurd?”
Niet alleen via de modules, ook bij incidenten probeert de school zo snel mogelijk het gesprek aan te gaan. Zo gebeurde dat onlangs ook bij een kamp op Schiermonnikoog dat uit de hand liep. “Een aantal jongens is vanwege hun gedrag naar huis gestuurd”, vertelt Marjo. “We hadden ze kunnen straffen en het daarbij laten, maar besloten uitgebreid in gesprek te gaan. Zowel met de leerlingen, als met hun ouders. Om samen te kijken: wat is hier nou precies gebeurd? En welk effect heeft dit ook op anderen?”
Het organiseren van deze bijeenkomst met ouders en leerlingen kostte flink wat tijd en moeite. Maar het leverde ook veel op, benadrukt Marjo. “Sommige ouders realiseerden zich bijvoorbeeld helemaal niet dat kinderen zich in een groep soms heel anders gedragen dan thuis. En kinderen stonden er niet bij stil wat zo’n kamp met docenten doet. Dat zij meegaan om er voor de leerlingen een mooie week van te maken, en vervolgens drie slapeloze nachten hebben.”

Meeste kinderen en ouders zijn welwillend
Hoewel het belangrijk is de vinger op de zere plek te leggen, is het minstens zo belangrijk successen te benoemen, benadrukt René ten slotte nog. “De meeste kinderen en ouders zijn immers welwillend. Die groep wil je mobiliseren. Als je wilt dat ze melding doen van incidenten, moeten ze zien dat daar ook iets mee gebeurt. Bovendien kan deze groep het goede voorbeeld geven. Voorbeelden die laten zien: zo gaan we op deze school met elkaar om.”
Tips om het gesprek aan te gaan
- Maak gebruik van herkenbare situaties (geanonimiseerde casussen)
- Voer het gesprek aan de hand van je kernwaarden
- Betrek welwillende ouders en leerlingen
In De Staat van het Onderwijs 2025 kun je lezen dat de meeste leerlingen en studenten zich goed voelen en met plezier naar school gaan. Toch zijn er de laatste jaren zorgen over het welbevinden en de veiligheid van een deel van de leerlingen en studenten. Leraren en docenten kunnen een sleutelrol vervullen bij de verbetering hiervan. Onze aanbevelingen lees je in het rapport De Staat van het Onderwijs 2025.