Beginnende docenten krijgen van scholen vaak begeleiding. Maar sluit die ‘inductie’ wel aan bij hun behoeften? En voelen docenten zich in hun tweede of derde jaar nog steeds voldoende gesteund en begrepen? In de praktijk valt er nog veel te winnen in de inductie van starters. Het onderwerp krijgt ook aandacht in het rapport de Staat van het Onderwijs 2025. Opleidingsschool Wijzer in Onderwijs schreef een nieuw inductieprogramma. Drie hoofdrolspelers in de samenwerking delen in dit artikel hun ervaringen.
“Ze hebben leren schaken, maar moeten in de praktijk opeens op meerdere borden tegelijk spelen. Zo voelen docenten zich soms als ze net van de opleiding komen”, zegt Maaike Nap, onderzoeker en trainer-adviseur voor het team Kwaliteiten van Leraren bij de HAN. “Het gaat niet alleen om de formele eindverantwoordelijkheid die ze opeens hebben, maar ook om hoe zij die verantwoordelijkheid persoonlijk ervaren.” Veel startende docenten willen uit enthousiasme overal aan meedoen en voelen de drang om serieus genomen te worden. Maar tegelijkertijd doen ze alles voor het eerst en moeten ze op zoek naar een nieuwe werk-privé balans. “Neem het contact met ouders. De opleiding besteedt daar wel aandacht aan. Maar in direct contact met ouders merken ze pas echt hoe urgent en complex zulke gesprekken kunnen zijn.”

Inductiebeleid onder de loep
Ook voor Lous Lieber staat het belang van inductie al jaren buiten kijf. Zij is programmaleider van Wijzer in Onderwijs, een academische opleidingsschool waarin de lerarenopleidingen van de HAN en Radboud Universiteit samenwerken met zeven scholen van de voCampus in regio Nijmegen. “Een onderzoek naar inductie toonde aan dat onze scholen op uiteenlopende manieren met inductie bezig zijn”, vertelt Lous. “Maar ook dat hierbij vaak veel verschillende mensen betrokken zijn, met ieder eigen taken, rollen en verantwoordelijkheden. Voor docenten was het nauwelijks nog duidelijk bij wie ze waarvoor terecht konden; ze gaven soms zelfs aan ‘gek’ te worden van alle aangeboden begeleiding.”
“Elke school heeft zijn eigen identiteit waar starters in moeten landen. Ook dát is inductie.”
Onder begeleiding van een inductiespecialist van de Radboud Docenten Academie werkte Lous samen met twee schoolopleiders van Wijzer in Onderwijs aan een nieuw inductieplan. Dit plan bevat kaders en voorstellen voor een driejarig inductietraject. Aandacht voor didactiek en pedagogiek in dit traject zorgt ervoor dat leraren sneller vakbekwaam worden en draagt daarmee bij aan de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast besteedt het document aandacht aan nieuwe thema’s zoals werk-privébalans en de ontwikkeling van een professionele identiteit. “Het beleid bevat voldoende ruimte voor scholen om er eigen invulling aan te geven”, benadrukt Lous. “Want elke school heeft zijn eigen identiteit waar starters in moeten landen. Ook dát is inductie.”

Ontwikkeling vanuit eigen kwaliteiten
Annelies Eisinga is medeschrijver én gebruiker van het inductieplan. Als inductiecoördinator bij het Stedelijk Gymnasium Nijmegen heeft ze het onderwerp inductie de laatste tien jaar een vlucht zien nemen. “Professionele ruimte is bijvoorbeeld een belangrijk nieuw onderwerp, waar terecht meer aandacht voor is. Vroeger kwam begeleiding vooral neer op het overbrengen van kennis en vaardigheden, met als insteek: zo doen we het hier. Nu is de boodschap eerder: ontwikkel je vanuit je eigen kwaliteiten en onderwijsvisie.”
Het voorbeeld van Annelies laat volgens Maaike zien hoe de samenleving veranderd is. “Een onderwerp als werk-privébalans werd vroeger niet als taak van de school gezien. Stel dat een startende docent perfectionistisch is en moeite heeft met kritiek of feedback van ouders. Dan kun je zeggen: dat is jouw probleem. Daarmee geef je diegene het gevoel dat hij of zij het niet aankan. Maar je kunt ook helpen bij bewustwording en ondersteuning bieden. Zodat de docent uiteindelijk blijft ervaren dat dit het mooiste vak van de wereld is.”

Begeleiding van coaches en leernetwerk
Behalve de vernieuwing van het inductieplan besloot Wijzer in Onderwijs ook extra aandacht te besteden aan de professionalisering van coaches. Annelies: “We laten de coaches van de verschillende scholen ervaringen uitwisselen en bieden vanuit onze eigen academie een training aan. Daar gaat het bijvoorbeeld over die professionele ruimte die ik noemde. Hoe zorg je ervoor dat een nieuwe docent zich bewust is van zijn eigen manier van lesgeven? Daarvoor leren we coaches de juiste vragen stellen.”
Wijzer in Onderwijs startte ook een leernetwerk, waarin elke vo-school wordt vertegenwoordigd door een eigen ‘inductieverantwoordelijke’. Deelnemers leren daarin niet alleen van elkaar, maar ook van inzichten van gerelateerd actueel onderzoek. Daaruit blijkt bijvoorbeeld de toenemende diversiteit van starters. Er zijn immers steeds meer manieren om leraar te worden. Maaike: “Voor scholen vraagt dat om maatwerk. Want zowel onderstimulering als overvraging liggen op de loer. De gewoonte is toch vaak: ga eerst maar eens een paar jaar met de voeten in de klei, voordat je inspraak krijgt. Als je met enthousiasme en goede ideeën van de opleiding komt, is dat natuurlijk doodzonde.”
“Hoe zorg je ervoor dat een nieuwe docent zich bewust is van zijn eigen manier van lesgeven? Daarvoor leren we coaches de juiste vragen stellen.”
Annelies wijst daarbij op de belangrijke rol van vaksecties op scholen. “Het zou mooi zijn als die meer open komen te staan voor de frisse ideeën van nieuwkomers. En gangbare werkwijzen ter discussie durven te stellen en waar nodig los durven laten.” Ook als het gaat om vakinhoudelijke begeleiding spelen de secties een belangrijke rol, weet Annelies. “Een docent die van een andere school afkomt en een bepaalde lesmethode gewend is, moet altijd weer wennen aan een nieuwe methode. Dat vraagt om gerichte aandacht en tijd vanuit de ontvangende vaksectie.”
Systemisch vraagstuk
Met het inductiebeleid, de begeleiding van coaches en het leernetwerk draait Wijzer in Onderwijs aan meerdere knoppen tegelijk en wordt het gesprek over inductie op verschillende niveaus gevoerd. Dat laatste is volgens Annelies essentieel. “Creëer een plek voor dat gesprek. Dat zou ik als belangrijkste les willen meegeven. Of het nu is tussen de nieuwe docent en diens begeleider, tussen nieuwe collega’s onderling of met de leidinggevende. Als de ruimte voor gesprek er eenmaal is, zal er ook gebruik van worden gemaakt.”
En daarbij spreekt het voor zich dat startende docenten bij het inductiebeleid betrokken moeten worden, besluit Maaike. “Voorkom vooral dat je over hun hoofden heen van alles aan het bedenken bent. Want ik denk dat het inductiebeleid er juist op gericht is om docenten een onderzoekende houding te laten aannemen. Als ze die ten aanzien van hun eigen leren hebben, zullen ze die houding vanzelf ook overdragen aan leerlingen. Daar ben ik van overtuigd.”
"Creëer een plek voor het gesprek over inductie.”
Hoe staat het ervoor met professionalisering op de werkvloer? In het rapport De Staat van het Onderwijs 2025 kun je lezen dat er steeds meer aandacht is voor differentiatie binnen teams. En dat sturing en ondersteuning vanuit de schoolleiding belangrijk is.