September 2023 was het zover: SLO leverde de conceptkerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde op aan het ministerie van OCW. Op dit moment worden deze conceptdoelen beproefd in de onderwijspraktijk. Daarna volgt een wetstraject, dat naar verwachting in 2025 zal zijn afgerond. Intussen zijn ook de kerndoelen voor de andere leergebieden in de maak. Bernard Teunis is manager Actualisatie onderwijsdoelen bij SLO en geeft een update.
De huidige kerndoelen zijn in 2006 in gebruik genomen en waren een paar jaar daarvoor al vastgesteld. Dat betekent dat ze al meer dan 20 jaar oud zijn. Ze passen niet meer goed bij het onderwijs en de samenleving van nu, legt Bernard Teunis uit. Hij kent de noodzaak van goede kerndoelen uit zijn eigen ervaring in het onderwijsveld. De kerndoelen gaan dan ook flink op de schop. Dat gebeurt in fases. “Vanwege de urgentie op de basisvaardigheden, kreeg SLO de opdracht om prioriteit te geven aan de leergebieden Nederlands, rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. Andere leergebieden volgen.”
Anders dan in het verleden wordt het hele curriculum in één keer aangepakt. Dat wil zeggen dat niet alleen de leerdoelen voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs worden vernieuwd, maar ook de doelen voor het speciaal en het voortgezet speciaal onderwijs, inclusief de examenprogramma’s. “Daarmee dragen we bij aan een betere doorgaande leerlijn en een betere doorstroming. Voor het ontwikkelen van de doelen en examenprogramma’s werken we samen met het onderwijsveld (zie kader)."
Samenwerking met de beroepspraktijk
De conceptkerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde zijn ontwikkeld door leraren po en vo, vakexperts en curriculumexperts. Zij zijn daarin ondersteund door een advieskring met vertegenwoordigers uit vakverenigingen, lerarenopleidingen en relevante organisaties als de Taalunie en de Nederlandse Vereniging voor de Ontwikkeling van Reken-WiskundeOnderwijs (NVORWO). Hoe verder in het proces, hoe groter de groep die meedenkt en feedback geeft. Bij het beproeven van de conceptdoelen wordt bijvoorbeeld ook schoolcoördinatoren en schoolleiders om hun mening gevraagd.
Ook met de methodemakers is SLO tijdig in gesprek gegaan over de conceptkerndoelen. Zo kunnen zij ervoor zorgen dat hun methodes aansluiten op de concretere kerndoelen en bijdragen aan meer samenhang tussen de leergebieden en minder verkaveling binnen de methodes.
Meer verdieping en meer richting
De samenwerking met de beroepspraktijk heeft er onder meer toe geleid dat de nieuwe kerndoelen concreter zijn uitgewerkt. “Eén van de beperkingen aan de huidige kerndoelen is namelijk dat ze erg ruim geformuleerd zijn”, legt Bernard Teunis uit. “Daarnaast zien we dat een leergebied als Nederlands sterk verkaveld is. Lezen, schrijven, spelling en interactie worden te veel apart aangeboden. Vakexperts en de wetenschap zijn het erover eens dat we dit moeten veranderen. Als we willen dat iedere leerling geletterd de school verlaat, vraagt dat om kerndoelen die de juiste richting geven.”
Waar de huidige doelen nog bestaan uit één doelzin, worden de nieuwe doelen uitgewerkt met een concretisering (zie voorbeeld in kader). Zo wordt bij een abstract begrip als ‘Rijke leesomgeving’ in het geval van Nederlands het voorbeeld gegeven: ‘Schrijven over ervaringen naar aanleiding van een museumbezoek’. “Deze zogeheten doorkijkjes komen niet in de wet te staan”, legt Bernard Teunis uit. “Ze geven richting en inspiratie aan leraren om meer samenhang in de lessen aan te brengen. De conceptdoelen zijn daar ook heel concreet in. Een van de conceptdoelen is namelijk ook: ‘De school stimuleert de taalontwikkeling van de leerling in de andere leergebieden'.
De verwachting is dat die concretere uitwerking po-leerlingen beter zal voorbereiden op het voortgezet onderwijs. De ontwikkelaars van de nieuwe doelen begeven zich daarbij op best een spannend terrein. “Het moet wel over het ‘wat’ blijven gaan en niet over het ‘hoe’. Want de vrijheid van onderwijs blijft even belangrijk. Zo is en blijft didactiek aan de scholen zelf.”
Voorbeeld
Wiskundige concepten
Kerndoel 8: Patronen en verbanden
Doelzin: De leerling herkent en representeert patronen en verbanden.
Het gaat hierbij om:
- herkennen, beschrijven en voortzetten van een patroon in een rij getallen of figuren;
- herkennen en beschrijven van een patroon of verband in een dataset;
- weergeven van patronen en verbanden in een beschrijving, tabel en grafiek, en deze weergaven in elkaar omzetten.
Te denken valt aan:
- beschrijven en uitbreiden van stippatronen en getallenrijen;
- bepalen van een element verderop in een rij met een patroon, bijvoorbeeld het tiende element.
Een voorbeeld van een conceptkerndoel rekenen en wiskunde. De doelzin en het onderdeel 'het gaat hierbij om' worden vastgelegd in wetgeving. Het onderdeel 'te denken valt aan' wordt niet in de wet opgenomen.
Geen concessies aan basisvaardigheden
Een ander belangrijk uitgangspunt voor de nieuwe kerndoelen is de veranderende samenleving. Denk aan ingrijpende ontwikkelingen als de impact van artificial intelligence (AI) op de samenleving en de opkomst van fake news. “Bij dit soort thema’s zie je dat verschillende leergebieden steeds meer met elkaar samenhangen. Hoe kijken leerlingen bijvoorbeeld naar statistieken in het nieuws, zoals die tijdens de coronapandemie veel langskwamen? Nemen ze die voor waar aan? Begrijpen ze de cijfers? Om dat te kunnen moeten de taal- en rekenvaardigheid van leerlingen op orde zijn. Dat betekent dat in de nieuwe kerndoelen geen enkele concessie wordt gedaan aan het belang van bijvoorbeeld goed kunnen rekenen.”
Ook binnen het thema burgerschap is er een duidelijke link naar de actualiteit. Bijvoorbeeld als het gaat om de toenemende polarisatie. “Het is belangrijk dat kinderen leren wie ze zijn ten opzichte van de ander. En hoe ze het gesprek aangaan met iemand die een andere visie heeft. Dit komt terug in de aangescherpte wet op burgerschapsonderwijs; scholen wordt gevraagd invulling te geven aan hun rol als ‘minimaatschappij’.* Het stellen van concrete doelen op dit vlak kan scholen houvast geven.”
* Meer weten over burgerschapsonderwijs? Lees dan het artikel Burgerschapsonderwijs: goed voorbeeld doet volgen.
Goed onderwijs vindt plaats in de klas
De conceptkerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde worden op dit moment nog beproefd in de praktijk. “Dat gebeurt onder andere via regiobijeenkomsten met het onderwijsveld. Leraren en schoolleiders krijgen daar ook een praktijkopdracht mee, om de doelen te bespreken in het schoolteam en de doorkijkjes te testen in de klas. Want dáár vindt goed onderwijs uiteindelijk plaats. De kerndoelen zijn een richtinggevende opdracht. Het zijn de leraren die er een goede invulling aan moeten geven.” De eerste regiobijeenkomsten lieten zien dat leraren en andere betrokkenen blij zijn met de grotere samenhang tussen de leergebieden. En ook met de doorkijkjes. “Met de nieuwe kerndoelen, die ook worden uitgewerkt in praktische leerlijnen, willen we ze daarin ondersteunen.”
Na het beproeven en indien nodig aanpassen van de eerste set conceptdoelen, volgt een wetgevingstraject en instemming van de Tweede Kamer. Intussen zijn ook de conceptdoelen voor burgerschap en digitale geletterdheid opgeleverd en is gestart met de derde en laatste set: de leergebieden moderne vreemde talen, mens en maatschappij, mens en natuur, kunst en cultuur en bewegen en sport.
Voor de samenhang tussen de leergebieden is het van belang dat de ontwikkeling van de verschillende leergebieden niet te ver uit elkaar loopt, vertelt Bernard Teunis. “Zo kan Nederlands bijvoorbeeld niet zonder de betekenisvolle contexten en kennis van mens en maatschappij. Daarbij is het ook belangrijk om te bepalen wat wel en niet tot de verantwoordelijkheid van de school behoort. Maatschappelijke thema’s als het koloniaal verleden, maar ook gezonde leefstijl, worden uitgebreid besproken om te bepalen wat een gepaste plek in het curriculum is.”
Wegnemen werkdruk
Er zijn dus nog moeilijke keuzes te maken. Maar uiteindelijk kunnen die het onderwijs beter maken, denkt Bernard Teunis. Oók voor leraren. “Een oorzaak voor de huidige hoge werkdruk is het gebrek aan duidelijkheid. Als niet concreet is wat er moet, kunnen scholen het gevoel krijgen dat álles moet. De hoop is dat concretere kerndoelen een deel van die druk weg kunnen nemen.”
De grotere samenhang tussen leergebieden én de leerlijnen die SLO gaat ontwikkelen, hebben bovendien de potentie om weer nieuwe energie te geven. Dat merkt Bernard Teunis nu al aan de soms stralende ogen tijdens de regiobijeenkomsten. “Sterke kerndoelen en leerlijnen helpen leraren om doelgericht aan de slag te gaan met hun vak en minder vanuit het afvinken van activiteiten per les. De ontwikkeling van leerlingen kan er weer meer centraal mee komen te staan. Of het vak van leraar daarmee ook weer populairder kan worden? Als we daar met de nieuwe kerndoelen een bijdrage aan kunnen leveren, zou dat héél mooi zijn...”