Burgerschapsvorming is belangrijk voor leerlingen én de samenleving. Daarom neemt goed burgerschapsonderwijs een steeds belangrijkere plek in het onderwijs in (Staat van het Onderwijs, 2.5 Burgerschap, pagina 45). We spreken het team van basisschool De Schakel in Heerlen dat al jaren aandacht besteedt aan het geven van goed burgerschapsonderwijs. Christian van den Brekel (tot 1 maart 2024 directeur) en Cindy Janssen (leerkracht bovenbouw) delen ervaringen rondom burgerschapsonderwijs.
Het begint met een visie
Cindy Janssen werkt al 16 jaar op de school en zag een positieve verandering: “In de loop der tijd implementeerden we bijvoorbeeld de ‘rijke schooldag’, om beter aan te sluiten op de behoeften van onze leerlingen. Het was voor ons een natuurlijk proces om burgerschap zoveel mogelijk te integreren in bestaande vakgebieden. Werken vanuit een duidelijke visie op burgerschap begint nu zijn vruchten af te werpen.” Die visie ontstond uit de wens om te zorgen dat alle leerlingen goed mee kunnen doen. Het motto van De Schakel is dan ook: “iedereen hoort erbij”. Daarvoor moet onderwijs afgestemd worden op de leerlingenpopulatie. Dat betekent meer aanbieden dan alleen traditionele lessen, daarvoor goede plannen maken, deze vastleggen en communiceren én nieuwsgierig blijven naar wat beter kan.
Op de vraag waar scholen hun praktische tips vandaan kunnen halen om een visie te ontwikkelen, antwoordt Christian van den Brekel met een boekentip: Inzicht in burgerschapsvorming. Kennis en didactiek voor het basisonderwijs van Jan de Bas en Wesley van Meir. “Dit maakt inzichtelijk wat je als school beleidsmatig en praktisch allemaal kunt doen om burgerschapsonderwijs goed in te richten. En hoe je samen met het team een passend curriculum rondom burgerschap vormgeeft. Dat raad ik echt aan als startpunt om inspiratie uit te halen. Want alles begint met visie, dat moge duidelijk zijn.”
Over burgerschap
De Nederlandse samenleving is divers; er is veel ruimte voor verschil. Verschillende denkwijzen, opvattingen en culturen bestaan naast elkaar. In een open en vrije democratische samenleving is een gezamenlijke basis belangrijk. Deze basis wordt gevormd door burgers met gemeenschappelijke democratische waarden: burgerschap. Door burgerschap kunnen mensen, jong en oud, in Nederland op een prettige manier samenleven. Burgerschapsonderwijs draagt bij door het bevorderen van kennis over de basiswaarden van de democratisch rechtsstaat en het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties die daarvoor nodig zijn. Het bevorderen van burgerschap is een wettelijk vastgelegde taak van scholen. De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de kwaliteit van dit onderwijs.
Op de website onderwijsinspectie.nl vindt u de wettelijke burgerschapsopdracht voor scholen.
De voorbereiding is het halve werk
Goed burgerschap betekent dat kinderen leren over bijvoorbeeld democratie en respectvol omgaan met diversiteit. Om dat te bereiken, moet je je leerlingen kennen. Christian van den Brekel: “Onze school ligt in een aandachtswijk. Er is vaak sprake van armoede of bijzondere omstandigheden rondom de opvoeding. Daarom maken wij elk jaar een overzicht van de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Daarmee lossen we weliswaar niet alle problemen op, maar dat vragen wij ook niet van de leerkrachten. Het is belangrijk dat zij weten welke kinderen er voor hun neus zitten. Vervolgens kunnen wij ze handvatten aanreiken. Dat lukt het beste als vanuit kennis en inzicht naar de populatie wordt gekeken en vervolgens teambreed passende maatregelen worden afgesproken. Zo hadden we een tijdje terug veel instromende NT2-leerlingen. Met die kennis pas je het taalaanbod gezamenlijk aan op de behoeften van de leerlingenpopulatie van dat jaar. Dat is beter en effectiever voor de leerkracht én leerling.”
Goed burgerschapsonderwijs gaat om de praktijk
Burgerschapsonderwijs begint bijvoorbeeld met de keuze voor schoolboeken. Zo gebruiken ze burgerschapsmethode Faqta voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde. In deze methode is onder meer aandacht voor democratie en respectvol omgaan met diversiteit en seksualiteit. Maar goed burgerschapsonderwijs gaat verder dan het kiezen van het juiste boek of één les inrichten over Prinsjesdag. Democratie moet je volgens Christian van den Brekel ook in de praktijk laten zien. “We stelden een leerlingenraad op. Dat is voor ons dé stem van de school. Deze leerlingen denken mee over vernieuwingen en verbeteringen en nemen hun rol zeer serieus.” Cindy Janssen voegt toe dat een leerlingenraad aansluit op de realiteit: “Leerlingen voerden campagne en gingen vervolgens stemmen. Kinderen zien dan het grote belang, want ze weten: mijn stem telt. Als ik verkozen word en zo’n verantwoordelijke taak krijg, dan heb ik beslisrecht.”
Voorbeeldrol als school
Een belangrijke voorwaarde voor goed burgerschapsonderwijs is volgens Christian van den Brekel dat kinderen in een veilige en uitdagende omgeving kunnen leren. Daarom voerden zij, boven op het reguliere lesprogramma, de ‘rijke schooldag’ in. “Kinderen krijgen ontbijt aangeboden en hoeven dus nooit met een lege maag te leren. Daarnaast is er pauzesport, dan lopen er tijdens pauzes sportleraren op de speelplaats die kinderen uitdagen om te bewegen. Dat helpt de kinderen om zich te uiten en leidt duidelijk tot een betere sfeer, want we zien dat kinderen minder ruziemaken op het schoolplein omdat we ze aansporen hun energie in iets positiefs om te zetten. Tot slot verlengen wij de onderwijstijd met extra gymlessen, creatieve lessen en extra huiswerkbegeleiding. Dat brengt onderbelichte talenten van kinderen naar boven. Daar doen we het voor!” Dit kost uiteraard wel geld en bijvoorbeeld tijd: “We zorgen ook altijd dat we een kwartiertje voor de les start aanwezig zijn, om te zorgen dat we iedereen rustig welkom kunnen heten. Maar dat is het wel waard.”
Cindy Janssen vindt het belangrijk dat ook ouders hierin meegenomen worden: “Ouderbetrokkenheid is enorm belangrijk. Dat zagen wij bijvoorbeeld bij de kerstmarkt die we onlangs organiseerden. Dan komen veel ouders naar school. Je houdt een soort ‘open huis’ en laat zien wat je allemaal doet. Ouders krijgen daardoor nog meer interesse in wat hun kind doet. Dat kan ertoe leiden dat er thuis ook meer aandacht is voor school. Daarnaast richtten we een aparte klankbordgroep in voor ouders. Zaken die hierin besproken worden neem ik weer mee bij het inrichten van de lessen."
Winst burgerschapsonderwijs: kinderen gaan zelf het goede voorbeeld geven
Hoe zien Christian van den Brekel en Cindy Janssen in de praktijk terug dat de school slaagt in het geven van goed burgerschapsonderwijs? “Je ziet hoe kinderen zich ontwikkelen op dit vlak. Zo vonden ze het vreemd dat een klas van een andere school door een toneelvoorstelling heen praatte. Of ze wilden uit zichzelf het schoolplein schoonhouden met onze prikstokken. Bovendien: als je zelf het goede voorbeeld geeft, nemen ze dat over”, merkt Cindy Janssen op. Christian van den Brekel vult aan: “Onze school blijft voortdurend in ontwikkeling, je ziet dat wij vooruitlopen met goed burgerschapsonderwijs. Omdat wij niet alleen doelen stellen, maar ook oog hebben voor het motiveren en uitdagen van kinderen.”
Verder bouwen op een goed fundament
Hoewel het burgerschapsonderwijs goed op orde is, ziet Christian van den Brekel al een mooie vervolgstap: “Je moet doelgericht blijven werken. We willen, net als bij taal en rekenen, ook eigen kwaliteitseisen voor burgerschap opstellen.” Het team van De Schakel deelt kennis graag met andere scholen: “Soms krijgen we telefoontjes met vragen of komen andere scholen op bezoek om te zien hoe wij de zaken aanpakken. Hoewel dat veel tijd kost, geeft dat veel voldoening, want zo zorgen we er samen voor dat kinderen steeds beter onderwijs krijgen.”