Rekenen is overal. Toch vinden veel leerlingen het moeilijk. Hoe zorg je er dan toch voor dat je leerlingen naar het wettelijke vereiste niveau aan het einde van het voortgezet onderwijs brengt? En dat zij tegelijkertijd meer plezier krijgen in rekenen? Een onderdeel van dat antwoord is mogelijk een vakoverstijgende aanpak van rekenen.

Zowel in je persoonlijk leven als in je opleiding of werk kom je immers cijfers tegen. Bijvoorbeeld in de vorm van bedragen in de winkel en als hoeveelheden in recepten. Ook is het werken met cijfers en berekeningen, zoals verhoudingen, essentieel in vele vakgebieden. Maar uit de peiling Rekenen en Wiskunde voortgezet onderwijs 2021-2022 blijkt dat een opmerkelijke hoeveelheid leerlingen niet het wettelijk vereiste rekenniveau heeft. Zo blijkt uit de resultaten op de eindtoets in groep 8 dat 92,6% van de bo-leerlingen in schooljaar 2022-2023 het fundamentele niveau (1F) voor rekenen beheerste (Inspectie van het Onderwijs, 2024h). Dit vinden we zorgelijk, omdat cijfers en berekeningen een belangrijke rol spelen in onze maatschappij.

Kees Hooyman, docent natuurkunde en rekencoördinator aan het St. Bonifatiuscollege in Utrecht

De kern van alle bètavakken

“Lezen is van iedereen, rekenen is van niemand. Terwijl dat de kern is van alle bètavakken”, zo omschrijft Kees Hooyman de hedendaagse impopulariteit van rekenen. Kees is docent natuurkunde en rekencoördinator aan het St. Bonifatiuscollege in Utrecht. Vanuit die laatste rol staat hij als projectleider aan de basis van de methodiek Vakoverstijgend Rekenen. Geert-Jan Vogel is docent en sectievoorzitter economie aan het Revius Lyceum in Doorn, een van de scholen die experimenteren met een vakoverstijgende aanpak van rekenen. Geert-Jan coördineert de implementatie bij hem op school. Beide docenten delen hun verhaal.

"Het is voor leerlingen veel moeilijker te begrijpen waarom ze bepaalde dingen moeten doen als dit bij natuurkunde anders wordt uitgelegd dan bij wiskunde of economie.”

Een vakoverstijgende leermethode

Als Kees vertelt over de totstandkoming van de nieuwe, zelfontwikkelde methodiek, gaat het al snel over ‘versnippering’. “Het was voor mij al heel vroeg duidelijk dat procenten, maar ook begrippen als snelheid en dichtheid op hele verschillende manieren worden gebruikt bij vakken. Het is voor leerlingen veel moeilijker te begrijpen waarom ze bepaalde dingen moeten doen als dit bij natuurkunde anders wordt uitgelegd dan bij wiskunde of economie.” 

verhoudingstabel met linksboven 700 mL, linksonder 100%, rechtsboven 322 mL en rechtsonder een vraagteken
Een voorbeeld van de verhoudingstabel van Vakoverstijgend Rekenen

Dat is dan ook de kern van vakoverstijgend rekenen: het bieden van een uniforme en overzichtelijke aanpak voor rekenvaardigheden over verschillende vakken heen. Dit kan worden bereikt door het consequent gebruik van een verhoudingstabel, waardoor leerlingen leren relaties tussen getallen en eenheden duidelijk te zien en te gebruiken. Kees legt uit: “Deze verhoudingstabel heeft vier vakjes die zijn in te vullen voor verschillende vakken zoals wiskunde, natuurkunde, economie en scheikunde. De afspraak met al deze vakken is: zet de eenheden bij de getallen in die tabel. Dan zie je wat je aan het doen bent. De tabel helpt leerlingen bij het begrijpen en visualiseren van verbanden tussen getallen en eenheden. Ze krijgen er meer gevoel bij. Daar hebben ze de rest van hun leven profijt van.”

Op het Revius wordt de tabel uit vakoverstijgend rekenen veelal ingezet als overkoepelend hulpmiddel bij diverse lesmethodes, afhankelijk van het niveau van inzicht dat leerlingen hebben. Geert-Jan: “In de vakoverstijgende aanpak die wij toepassen, is de tabel weergegeven op een zogeheten verhoudingenkaart. Deze hangt bij ons al in verschillende lokalen en wordt tijdens de lessen gebruikt. Daaraan zie je dat het door meerdere secties is opgepakt als integraal hulpmiddel.”

"We kregen al heel snel positieve reacties. Zelfs van de ouders, die blij zijn dat we dit probleem aanpakken.”

Geert-Jan Vogel, docent en sectievoorzitter economie aan het Revius Lyceum in Doorn

Einde aan versnippering

“Wij zijn vorig jaar begonnen met een overstijgende aanpak van rekenen”, blikt Geert-Jan terug. “Dat was naar aanleiding van de problematiek bij onder meer het procentrekenen bij economie. We wilden als sectievoorzitters al langer de overlappende rekenmethoden bespreken om meer langs een gezamenlijke lijn op te kunnen trekken. Het integreren van de overstijgende verhoudingstabel was de eerste nieuwe stap.”

“Ook de biologiedocenten stonden merkbaar achter deze keuze”, vertelt Geert-Jan. “Zij rekenen natuurlijk heel weinig in hun vak, maar het laat zien dat het enthousiasme voor een duidelijke, vakoverstijgende lijn breed gedeeld wordt.” Op het Revius werd in het najaar gestart met een 0-meting van het rekenniveau van de leerlingen van de derde klas. Het is daarom nog te vroeg om concrete resultaten te kunnen delen, volgens Geert-Jan. “Maar we kregen al heel snel positieve reacties. Zelfs van de ouders, die blij zijn dat we dit probleem aanpakken.”

"Leerlingen krijgen door het werken met deze methode hun plezier terug in het rekenen."

Weer plezier in rekenen

Kees heeft voldoende gezien om overtuigd te zijn van de effectiviteit van de nieuwe aanpak. “De leerlingen hebben profijt op meerdere vlakken. Toen de eerste natuurkundeleerlingen aan de hand van de vakoverstijgende rekenaanpak eindexamen deden, zagen we aanzienlijk minder onvoldoendes. Dat aantal daalt nog jaarlijks.” Vergelijkbare resultaten krijgt hij terug van andere scholen. Maar dat niet alleen. “De merkbare neveneffecten zijn misschien nog wel belangrijker. Leerlingen krijgen door het werken met deze methode hun plezier terug in het rekenen. Ik merk groot verschil in de lessen: de leerlingen blijven aan het werk, krijgen energie van de oefeningen. Ze worden beter in rekenen en vinden het daardoor leuker. Dat zie je vervolgens niet alleen terug in natuurkunde, maar ook in wiskunde en economie. Het verhoogt hun zelfvertrouwen.”

Geert-Jan herkent de reacties, maar niet alleen bij de leerlingen. “Ik ben met name blij met de samenwerking tussen de verschillende secties. De problematiek is urgent en iedere docent deelt de verantwoordelijkheid voor een succesvolle aanpak. Dat wordt gevoeld. Welk vak we ook geven, we hebben tenslotte allemaal hetzelfde doel: dat leerlingen in staat zijn om waar dan ook te kunnen werken met verhoudingsgetallen, iets wat onmisbaar is in de maatschappij.”

Voor scholen die belangstelling hebben voor Vakoverstijgend Rekenen staat er op de gratis digitale leeromgeving WikiWijs ook een webinar, waarin zowel het lesmateriaal als de invoering op school besproken worden. Daarnaast zijn er ondersteuningsmogelijkheden voor scholen om deze aanpak in te voeren.

Weten hoe het ervoor staat met het niveau rekenen en wiskunde in Nederland? Ga naar De Staat van het Onderwijs 2024 - Hoofdstuk basisvaardigheden, blz. 42 Rekenen en wiskunde.